Met dank aan Luuts Feenstra
In zijn natuurlijke omgeving is P. tricolor een laag struikje tot 30 cm hoog met een spreiding tot 25 cm vanaf de hoofdstam, het basale houtachtige deel van de stengel bedekt met de overblijfselen van stipules.
Bladeren grijsgroen, harig, smal elliptisch met scherpe onregelmatige tanden, vaak met twee grotere lobben aan de basis.
Bloemen bijna regelmatig van vorm, d.w.z. dat de bloembladen even groot zijn. Echter is dit niet bij alle klonen het geval, er komen ook onregelmatige bloemen voor.
De steel van de bloeiwijze (peduncle) draagt 2-4 bloemen, tot 4 cm; bovenste bloembladen enigszins cirkelvormig, dieprood met een glanzende, verhoogde zwarte vlek op de basis, circa 15 x 12 mm; onderste bloembladen gelijk in grootte of iets groter, wit. Meestal zonder markeringen, Nectarbuis 1-2 mm; het steeltje onder de nectarbuis (pedicel) 1-2 cm; vruchtbare meeldraden 5. Planten hebben de neiging om dicht bij de grond te groeien onder hogere struiken. Staan er meerdere planten bij elkaar dan vormen zij flinke pollen.
De opvallende bloemen van P tricolor worden geproduceerd van het vroege voorjaar (augustus) tot het midden van de zomer (januari) met een piek in oktober. De bloemen zijn protandrous (het stuifmeel is
rijp voordat het stigma van dezelfde bloem geschikt is om stuifmeel te ontvangen) en ze vertonen ook heliotropisme of fototropisme (zon of licht volgend). Bovendien, tijdens de fase dat het stuifmeel rijp is, bloeien de bloemen van sommige van de meer open vormen in zekere mate ook ’s nachts.
Een uniform karakter van de bloemen is dat ze allemaal donkere, ofwel paarse of zwarte, wratachtige vlekken aan de basis van de 2 bovenste kroonbladen hebben. Vervolgens, afhankelijk van de populatie wisselt het kleurengamma van de bloemen. Het loopt van de 2 bovenste kroonbladen rood en de onderste 3 wit door vormen met bloembladen in verschillende tinten mauve tot vormen waarin alle bloembladen wit zijn. De karmozijnrode en witte vormen worden het meest westelijk gevonden (Langeberg: Barrydale), en de witte vormen in het uiterste oosten (Camfer & Esseljagpoort) en de tussenliggende mauve en gestreepte vormen worden gevonden in populaties die zich tussen de uitersten bevinden.
Meer lezen over Geraniaceae en ons online bladarchief raadplegen?
Word lid van de NPGV
Foto’s van onder andere P. tricolor in de albums van Elena Ioganson
copyrighted | Auteur: L. Feenstra, lid Werkgroep Pelargonium Species van de NPGV