Wanneer we na de wintermaanden, begin maart, onze planten bekijken, kun je zien dat sommige al aan het uitlopen zijn. We hebben het dan niet over de sectie Hoarea.
Wanneer we de planten uit de pot halen en deze is vol wortels, dan kunnen we twee dingen doen: òf we nemen een grotere pot en vullen deze opnieuw met verse grond òf we snoeien het wortelstelsel flink terug en plaatsen de plant terug in de pot, nadat we ook hier verse potgrond in gedaan hebben. Het voordeel bij het laatste is dat de plant niet zo wild en groot wordt. Als we natte potgrond hebben, zou ik niet nagieten. U kunt wel de grond in de pot goed aanstampen, zodat de grond goed inklinkt. Daarna gaan we de takken snoeien tot op twee ogen van het oude hout. Dit snoeien doen we niet bij de sectie Otidia. Ikzelf snoei deze planten bijna nooit.
Wanneer de planten zijn gesnoeid en een beetje in model geknipt, kunnen ze gaan uitlopen. Dat betekent dus ook dat ze wat voedsel moeten krijgen. We kunnen dat op verschillende manieren doen. Men kan beendermeel door de potgrond mengen of osmocote (voor de juiste hoeveelheden, raadpleeg de gebruiksaanwijzing). Maar men kan ook vloeibaar voedsel geven, als men de planten water geeft. Men kan hiervoor Peters voedsel nemen, 20Nx20Px20K. Peters voedsel is een soort wit poeder, dat te verkrijgen is vooral bij zaken die veel fuchsia’s verhandelen. Wanneer de planten volop in bloei staan, gaan we over op 7Nx17Px35Kx3(sporen) en dit 1 gram per liter water.
Als potgrond nemen we goede potgrond met minstens 10% klei erin en afhankelijk van sommige secties mengen we dit met wat grof zand, ongeveer 10%. Wanneer een plant volop groeit, kan men deze nog wat bijsnoeien om hem wat vorm te geven. Dit houdt ook in dat er meer bloei komt.
Tot slot nog dit: wanneer er na de bloei zaaddozen opkomen, probeer die eens te zaaien. Het is leuk om ook dit eens uit te proberen. Succes!
Bron:
Pelargonium & Geranium Nieuws!
33e jaargang no. 1 jan. 2007
door Luciën Pieters